NJ's Jungle #1
Als 'plant-addict' geef ik alle informatie voor een goede verzorging van kamerplanten. NJ's Jungle #1: kom alles te weten over Succulenten.
Tijdens de crisis die ons al meer dan een jaar treft, waardoor ik mijn workshops floral art niet kon organiseren, ging mijn interesse naar kamerplanten. Ik heb altijd al planten in mijn interieur gehad en ik gebruik ze ook in mijn blogs over trendy kleurenpaletten. Ik wilde mijn collectie echter heel graag uitbreiden en binnen een paar maanden raakte ik verslaafd aan planten.
Wanneer we elke dag de onweerstaanbare drang hebben om onze collectie te bewonderen, om na te gaan hoe de lichtinval op de kleuren van de bladeren inspeelt, wanneer we geduldig uitkijken naar elk nieuw stekje, zodra we regelmatig het welzijn van onze bewoners wensen te controleren, wensen te zien hoe de plant evolueert, de gespecialiseerde vakliteratuur telkens opnieuw blijven lezen om onze planen te beste zorgen te geven, ... ja, dan is men 'plant-addict'.
Ik bezocht een flink aantal sites om mezelf vertrouwd te maken met het soort planten dat me fascineert, waar ik dol op ben en die ik vervolgens in mijn kleine verzameling wilde opnemen. Ik kocht een paar goede boeken en ging aan de slag. Mijn 'urban jungle' is verre van compleet, ik heb nog aardig wat planten op mijn 'wishlist', maar mijn kleine collectie is al de moeite waard om te bespreken. Vervolgens laat ik in de plantenblogs mijn nieuwe vondsten ontdekken en vertel ik meer over het onderhoud ervan.
Persoonlijk ben ik een grote fan van Succulenten. Ik heb altijd van die vlezige bladeren gehouden. Als we over Succulenten praten, hebben we het over een soort plant, niet over een botanische familie. Inderdaad, naast de bekende vetplanten zoals crassula's, zijn cactussen, sansevieria's, euphorbia's,... ook Succulenten. Aangezien ze mijn favoriete planten zijn, maakten ze uiteraard als eerste deel uit van 'NJ's Jungle':
- Euphorbia ingens, Andromischus epicola, Euphorbia lactea, Crassula undulatifolia (curly green) et Crassula ovata 'Hobbit'
- een groepje Sansevierias (het zijn zeker niet meer de ouderwetse 'modellen' die bij onze grootouders te vinden waren): masoniana 'Victoria', bacularis 'Fernwood Mikado', cylindrica 'Twist' en ehrenbergii 'Samurai'
- een verzameling bolcactussen en Euphorbia obesa
Onderhoudsfiche Succulenten
Het
verzorgen van deze planten is heel eenvoudig. Perfect voor beginners, omdat ze
het vermogen hebben water op te slaan in bladeren, stengels en wortels en
daarom goed bestand zijn tegen periodes van droogte. Ze zullen je snel vergeven
als je ze even uit het oog verliest en ze af en toe vergeet water te geven. Maar,
geef ze zeker niet teveel water!!
De
regel is simpel: laat het substraat tussen de gietbeurten uitdrogen (ongeveer 1x per week in de zomer en verlaag het ritme in de winter (ongeveer 1x per
maand of wanneer de bladeren slap worden)). Voor dat type planten zijn terracotta potten ideaal omdat het water hierdoor kan verdampen en zo voorkomt
men dat het substraat te lang vochtig blijft. Echter, als je net als ik de
voorkeur geeft aan cache-pots, kun je je planten het beste in de gootsteen
water geven en het overtollige water goed laten weglopen voordat je de plant
weer op zijn plaats zet. Ik doe ook altijd een bedje hydrokorrels in de
cache-pot. Het weinige water dat nog kan lekken, heeft dan voldoende ruimte om
te verdampen.
Zorg ervoor dat je een goed doorlatend substraat gebruikt. Een mengsel van potgrond, zand, perliet is perfect. En doe vooral hydrokorrels of klein grind op de bodem van de pot zodat de wortels niet in water stagneren. In tuincentra vind je tevens een kant en klare mengeling (potgrond voor cactussen en vetplanten).
Hoewel vetplanten graag krap zitten, is af en toe
verpotten echt wel nodig. Om de 2 jaar voor jonge planten en om de 4 jaar voor
oudere exemplaren. Het substraat verliest al zijn voedingsstoffen en om te
voorkomen dat de planten stoppen met groeien, geven we ze best nieuwe potgrond in
een nieuwe pot die nauwelijks groter is dan de vorige.
Succulenten
houden van licht, maar pas op voor direct zonlicht bij hoge temperaturen. Voorzie
zeker een fijn gordijn om de vetplant te beschermen tegen de brandende
zonnestralen, zeker als uw plant bijvoorbeeld op een vensterbank staat. In de
zomer kun je je vetplanten ook buiten zetten voor maximaal licht. Hun kleuren
worden alleen maar mooier. Acclimatiseer ze en pas altijd op voor de stralen
van een te hete zon.
Vetplanten
hebben niet heel veel voedingsstoffen nodig. Ze groeien meestal in heel arme
grond in droge streken. Wil je ze echter verwennen, geef ze dan van april tot
eind september 1x per maand (om de 2 gietbeurten!) plantenvoeding voor
cactussen en vetplanten. Geef geen voeding tijdens de rustfase (opgelet, kan lente en zomer zijn voor sommige vetplanten!).
Enkel snoeien
indien nodig, in de lente of zomer, om de vorm te verfijnen, de groei onder
controle te houden of droge scheuten of bladeren te verwijderen. Snoeien kan ook als er ongedierte aanwezig is (afhankelijk van het type vetplant).
Het zorgvuldig observeren van je planten blijft de beste manier om snel te zien of er ongedierte aanwezig is. Ziet uw plant er eenbeetje ongelukkig uit: het groeiproces is gestopt, de bladeren zijn verkleurd of er ontstaan plekken op stengels of bladeren, stel je dan de vraag of er geen ongedierte aanwezig is. Vetplanten kunnen nl. last hebben van wolluizen (wollige bolletjes vaak in de oksels van het blad) of bladluizen (groene of zwarte beestjes op stengels of bladeren).
Hieronder, ter illustratie, een aantal foto's gevonden op internet:
Het eerste dat je moet doen is de plant in quarantaine plaatsen (m.a.w. de plant isoleren van de rest van uw verzameling om te voorkomen dat het ongedierte zich verspreidt).
De wolluizen kan je in eerste instantie met een wattenstaafje (gedrenkt in zeepspiritus) verwijderen. De wollige bolletjes bevatten de eitjes van de luis dus zorg ervoor dat je die goed wegneemt. Controleer de plant regelmatig om zeker te zijn dat alle wolluizen verdwenen zijn. Indien er teveel wolluizen aanwezig zijn, dan kan je de volledige plant besproeien met een zwarte zeepoplossing (gemengd met wat ethanol (20ml zeep, 20ml ethanol en 1 liter water)). Zorg er wel voor dat je zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren alsook de stengels goed besproeit en herhaal dit proces een aantal keren (+/- om de 2 weken). Wolluizen zitten enkel op de stengels en de bladeren, de plant een snoeibeurt geven kan dus ook helpen.
Bladluizen kan je soms gewoon door een flinke sproeibeurt verwijderen. Indien ze te herdnekkig zijn, gebruik je best een biologische insecticide.
Alleszins, indien de aanwezigheid van ongedierte blijft aanhouden, kan je in laatste instantie de plant gewoon verpotten: de wortels volledig schoon maken, de pot schoon maken om te ontsmetten en de plant in nieuwe grond planten.
Je hebt nu alle kaarten in handen om ten volle van prachtige vetplanten te genieten! Heb je echter nog vragen, aarzel niet om een bericht te sturen.
Tot schrijfs.